1 2 3 4 5 6


1Doch de Geest zegt duidelijk,1) dat in de laatste tijden2) sommigen zullen afvallen van het geloof,3) zich begevende tot verleidende geesten,4) en leringen der duivelen,5)
2Door geveinsdheid der6) leugensprekers, hebbende hun eigen geweten als met een brandijzer7) toegeschroeid;
3Verbiedende te huwelijken, gebiedende van8) spijzen te onthouden, die God geschapen heeft, tot nuttiging met dankzegging, voor de gelovigen, en die de waarheid9) hebben bekend.
4Want alle schepsel Gods is goed, en er is niets verwerpelijk,10) met dankzegging genomen zijnde;
5Want het wordt geheiligd11) door het Woord12) van God, en door het gebed.13)
6Als gij deze dingen den broederen voorstelt, zo zult gij een goed dienaar van Jezus Christus zijn, opgevoed in de woorden14) des geloofs en der15) goede leer, welke gij achtervolgd hebt.
7Maar verwerp de ongoddelijke en oudwijfse fabelen; en oefen16) uzelven tot godzaligheid.
8Want de lichamelijke oefening17) is tot weinig nut; maar de godzaligheid is tot alle dingen nut, hebbende de belofte18) des tegenwoordigen en des toekomenden levens.
9Dit is een getrouw woord,19) en alle aanneming waardig.
10Want hiertoe arbeiden wij ook, en worden versmaad, omdat wij gehoopt hebben20) op den levenden God, Die een Behouder is21) aller mensen, maar allermeest der gelovigen.
11Beveel deze dingen, en leer ze.
12Niemand verachte22) uw jonkheid, maar zijt een voorbeeld der gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in den geest,23) in geloof, in reinheid.
13Houd aan in het lezen, in24) het vermanen, in het leren, totdat ik kome.
14Verzuim25) de gave niet,26) die in u is, die u gegeven is door de profetie, met27) oplegging der handen des ouderlingschaps.28)
15Bedenk deze dingen, wees hierin bezig, opdat uw toenemen openbaar29) zij in alles.30)
16Heb acht op uzelven en op de leer; volhard daarin; want dat doende, zult gij en uzelven behouden,31) en die u horen.