1 2 3 4 5 6


1Staat dan1) in de vrijheid,2) met welke ons Christus vrijgemaakt3) heeft, en wordt niet wederom met4) het juk der dienstbaarheid5) bevangen.6)
2Ziet, ik Paulus zeg u,7) zo gij u laat besnijden,8) dat Christus u niet9) nut zal zijn.
3En ik betuig wederom een iegelijk mens, die zich laat besnijden,10) dat hij een schuldenaar is11) de gehele wet te doen.12)
4Christus is u ijdel geworden,13) die door de wet gerechtvaardigd wilt worden;14) gij zijt van de genade15) vervallen.16)
5Want wij17) verwachten18) door den Geest,19) uit het geloof, de20) hoop der rechtvaardigheid.
6Want in Christus Jezus21) heeft noch besnijdenis enige22) kracht noch23) voorhuid, maar24) het geloof,25) door de liefde26) werkende.27)
7Gij liept wel;28) wie heeft u verhinderd29) der waarheid niet gehoorzaam te zijn?31)
8Dit gevoelen is niet uit32) Hem, Die u roept.33)
9Een weinig zuurdesem34) verzuurt het gehele deeg.
10Ik vertrouw van u in den Heere, dat gij niet anders zult gevoelen;35) maar die u ontroert, zal36) het oordeel dragen,37) wie hij ook zij.
11Maar ik, broeders! Indien ik nog39) de besnijdenis predik,40) waarom word ik nog41) vervolgd? Zo is dan de ergernis des42) kruises vernietigd.43)
12Och, of zij ook afgesneden werden,44) die u onrustig maken!45)
13Want gij zijt tot vrijheid46) geroepen, broeders,47) alleenlijk gebruikt de48) vrijheid niet tot een oorzaak voor49) het vlees; maar dient elkander door50) de liefde.
14Want de gehele wet51) wordt in een woord52) vervuld, namelijk53) in dit: Gij zult uw naaste liefhebben, gelijk uzelven.54)
15Maar indien gij elkander bijt en vereet, ziet toe, dat gij van elkander niet verteerd wordt.
16En ik zeg: Wandelt57) door den Geest58) en volbrengt59) de begeerlijkheden60) des vleses niet.
17Want het vlees begeert tegen den Geest,61) en de Geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander,62) alzo dat gij niet doet,63) hetgeen gij wildet.64)
18Maar indien gij door den Geest65) geleid wordt, zo zijt gij niet onder de wet.66)
19De werken des vleses nu67) zijn openbaar;68) welke zijn overspel, hoererij, onreinigheid, ontuchtigheid,69)
20Afgoderij, venijngeving,70) vijandschappen, twisten, afgunstigheden,71) toorn, gekijf, tweedracht, ketterijen,
21Nijd, moord, dronkenschappen, brasserijen,72) en dergelijke;73) van dewelke ik u te voren zeg,74) gelijk ik ook te voren gezegd heb,75) dat die zulke dingen doen,76) het Koninkrijk Gods77) niet zullen78) beerven.79)
22Maar de vrucht des Geestes80) is liefde, blijdschap,81) vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof,82) zachtmoedigheid, matigheid.83)
23Tegen de zodanigen84) is de wet niet.85)
24Maar die van Christus zijn,86) hebben het vlees87) gekruist met de bewegingen en88) begeerlijkheden.
25Indien wij door den Geest leven,89) zo laat ons ook door den Geest wandelen.90)
26Laat ons niet zijn91) zoekers van ijdele92) eer, elkander tergende, elkander93) benijdende.94)