1)het mij van daar vervloekt.
Te weten, het volk van Israël.
 
2)Peor,
De naam van een berg, bij de Grieken Phogor genoemd, op welken de Moabieten hun afgod, genoemd Baäl-Peor, plachten offerande te doen; onder, Num. 25:3,5,18; aldaar hadden zij een tempel, geheten Beth-Peor, is toegevallen, Joz. 13:15,20.