|
|
|---|
| 1 | Doe mij recht, o God! en twist1) Gij mijn twistzaak; bevrijd mij van het ongoedertieren volk, van den man des2) bedrogs en des onrechts.
|
| 2 | Want Gij zijt de God mijner sterkte; waarom verstoot Gij mij dan? Waarom ga ik steeds in het3) zwart, vanwege des vijands onderdrukking?
|
| 3 | Zend Uw licht4) en Uw waarheid5), dat die mij leiden; dat zij mij brengen tot den berg Uwer6) heiligheid, en tot Uw woningen7);
|
| 4 | En dat ik inga tot Gods altaar8), tot den God der blijdschap9) mijner verheuging, en U met de harp love, o God, mijn God!
|
| 5 | Wat buigt10) gij u neder, o mijn ziel! en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvuldige11) Verlossing mijns aangezichts, en mijn God.
|
|
|
|---|