1)twist
Zie Ps. 35:1.
 
2)man des
Die met list en onrecht, of verkeerdheid, mij vervolgt en zoekt te overvallen; zodanige zijn geweest Saul met zijne raadslieden en Absalom, enz. Verg. Ps. 5:7.
 
3)in het
Zie Ps. 35:14.
 
4)licht
Te weten, het licht uws aanschijns [gelijk dikwijls, en onder Ps. 44:4], of, uwe gunst en liefde, waardoor de duisternis mijner droefheid en ellende verdreven wordt. Zie Ps. 27:1.
 
5)waarheid
Uwer beloften, die Gij mij gedaan hebt.
 
6)berg uwer
Omdat dit gemeenlijk van den berg Zion [zie Ps. 2:6] genomen wordt, verstaan sommigen dat deze psalm niet bij Sauls tijd, [want de tabernakel was toen daar nog niet] maar in een volgenden tijd gemaakt is, als ten tijde van Absaloms vervolging, enz.
 
7)woningen
Of, tabernakelen; omdat dit woord hier staat in het getal van velen, menen sommigen dat zulks ziet op de verscheidene plaatsen van den godsdienst, bij Sauls en Davids tijd. De plaats van Mozes' tabernakel was te Nob, en daarna te Gibion; 1 Sam. 21:1; 1 Kon. 3:4, en 1 Kron. 16:39. De plaats der ark was te Kirriath Jearim, totdat David haar vandaar haalde in Zion, 1 Sam. 7:1,2, en 2 Sam. 6:3,4. Anderen verstaan dat het eenvoudiglijk ziet op de verscheidene woningen van Gods hius, als het allerheiligste, heilige en den voorhof, enz. Verg. Ps. 46:5, en Ps. 84:2.
 
8)altaar
Het brandofferaltaar.
 
9)der blijdschap
Dat is, die mij oorzaak geeft van zonderlinge grote vreugde, inwendiglijk in mijn hart en uitwendiglijk in gebaren van blijdschap.
 
10)buigt
Uit de gelijkheid der woorden, die in dezenen den voorgaanden psalm gevonden wordt, nemen enigen af dat deze psalmen beiden op één tijd, of immers in gelijken toestand van David gemaakt zijn, als wanneer hij moest vluchten, eerst voor Saul en daarna voor Absalom.
 
11)menigvuldige
Gelijk Ps. 42:12; zie de aantekening aldaar.