1)De HEERE heeft
Te weten, God de Vader.
 
2)tot mijn Heere
Dat is, Christus, dien David hier zijnen Heere noemt. Want Christus is de zoon van David naar het vlees, maar Davids Heere ten aanzien dat Hij waarachtig God is met God den Vader en den Heilige Geest, en een Heere aller mense, doch inzonderheid van zijne uitverkorenen. Zie Matth. 22:43,45; Mark. 12:36; Luk. 20:42; Hand. 2:34; Hebr. 1:13.
 
3)gesproken:
Te weten, in zijn eeuwigen raad, hetwelk Hij ons te zijner tijd heeft laten openbaren en verkondigen.
 
4)Zit aan Mijn rechterhand,
Dat is, heers in heerlijkheid en majesteit, in den hemel en op de aarde, 1 Cor. 15:25; Hebr. 1:3,13, en Hebr. 8:1, en Hebr. 10:12,13; Ef. 1:20, enz. Deze manier van spreken is genomen van de koningen, die aan hunne rechterhand zetten wien zij eer willen aandoen. Zie 1 Kon. 2:19, en Ps. 45:10.
 
5)totdat Ik Uw
De zin is: totdat Ik uwe vijanden, [te weten, de vervolgers der kerk, ja de dood zelf, 1 Cor. 15:25,26], U zal onderworpen hebben. Hieruit kan men geenzins besluiten dat Christus geen eeuwig koninkrijk zou hebben, ofschoon de manier van de bediening van het rijk van Christus, zodanig als die nu is, ten jongsten dage met het laatste oordeel zal ophouden; want alsdan zullen er gene vijanden meer zijn, die de kerk van Christus zullen kunnen schaden; 1 Cor. 15:24,28. Zie de aantekening bij Gen. 28:15.
 
6)De HEERE zal
In het eerste vers heeft David het volk Gods aangesproken; hier spreekt hij nu Christus aan.
 
7)de scepter
Of, uw sterkte scepter, of de roede, of staf uwer sterkte; te weten, de verkondiging ven het heilige Evangelie, waardoor de Heilige Geest krachtiglijk in de harten der uitverkorenen werkt. Zie Rom. 1:16.
 
8)Uwer sterkte zenden
Christus.
 
9)zenden
Te weten, in de ganse wereld.
 
10)uit Sion, zeggende:
Versta dit alzo, dat het Evangelie eerst te Jeruzalem en in het Joodse land moest gepredikt worden, en vandaar voort uitgespreid worden door de ganse wereld; Jes. 2:3; Micha 4:2; Hand. 1:8.
 
11)Heers in het midden
Te weten, door uw woord en Geest, in de harten der uitverkorenen, en door uwe almogendheid in het beschutten uwer kerk en in het straffen van hare vervolgers. Anders: Gij zult heersen.
 
12)Uwer vijanden.
Te weten, der vijanden uwer kerk. Want die de kerk vervolgt, die vervolgt Christus zelf; Hand. 9:4.
 
13)Uw volk zal
Hebr. uw volk der gewilligheden; dat is, het zal zijn een volk van grote gewilligheid, of vol gewilligheid, te weten, om het Evangelie aan te nemen, en om U, o Heere Jezus Christus, te dienen; ja het zal, bij manier van spreken, de gewilligheid zelve zijn. Zie Exod. 25:2; Ps. 119:108; Hand. 2:41, en Rom. 12:11, en versta hier door uw volk de uitverkorenen, of gelovigen.
 
14)op den dag Uwer
Dat is, als Gij de krachtige predikatie van het heilige Evangelie, door de apostelen, mitsgaders vele andere verkondigers van hetzelve, zult uitzenden, om de wereld en den duivel te overwinnen en veel schapen in den waren schaapstal te brengen. Zie Rom. 1:16; 2 Cor. 10:4,5; Openb. 6:2.
 
15)in heilig sieraad;
Hebr. in de schoonheden of versierselen der heiligheid, of in heilig sieraad; dat is, in heiligheid des levens en allrlei Christelijke deugden, die uit het geloof voortkomen. Het is een gelijkenis, genomen van de priesters van het Oude Testament, die sierlijke en heilige klederen aantrokken als zij den Levietischen goddienst verrichten zouden. Anders: in de heerlijkheden des heiligdoms, of in het sierlijke heiligdom; dat is, in den schonen tempel; met welke woorden de kerk Gods dikwijls beduid wordt.
 
16)uit de baarmoeder
Dat is, uwe kinderen zullen U geboren worden, gelijk de dauw uit de baarmoeder van den dageraad. Gelijk de dauw in den dageraad als uit ene baarmoeder voortkomt en geboren wordt, en het gras met ontelbare droppels begiet en lieflijk bevochtigt, alzo zal het eerste licht der predikatie van het heilige Evangelie als een dauw ontallijk vele harten der uitverkorenen begieten en bevochtigen en die geestelijkerwijze baren. Zie Joh. 3:5; alwaar de Heere Christus den Heiligen Geest vergelijkt bij water, door hetwelk de aarde bevochtigd en vruchtbaar gemaakt wordt. Anders: het zal u van de baarmoeder des dageraads af een dauw van uwe jeugd wezen. Sommigen zo ouden als nieuwe leraars, verstaan deze woorden van de eeuwige geboorte des Zoons van den Vader, gesproken bij gelijkenis, genomen van menselijke geboorte, en zetten het over: Uit de baarmoeder voor den dageraad is U de dauw uwer geboorte. Anderen verstaan het van de menswording onzes Heeren Christus en zijne geboorte uit de maagd Maria.
 
17)HEERE heeft gezworen,
Zie over deze psalm, inzonderheid over dit vierde vers het zevende hoofdstuk van den brief aan de Hebr. 7:4.
 
18)Gij zijt
Of, wees priester, of gij zult priester wezen.
 
19)Priester in eeuwigheid,
Te weten, die zichzelven zal offeren op het altaar des kruises, tot verzoening van al degenen, die in hem geloven; Hebr. 5:9, en Hebr. 5:9, en 9, 10.
 
20)naar de ordening
Of, naar de wijze van, of gelijk Melchizedek; die begin der dagen noch einde des levens had; idem, gelijk Melchizedek een koning en ook een priester geweest is, Gen. 14:18, alzo ook Jezus Christus, wiens voorbeeld Melchizedek geweest is.
 
21)Hij zal recht doen
Dat is, Hij zal de vervolgers van zijn volk straffen.
 
22)vol dode lichamen
Te weten, zijner vijanden, die in den slag zullen omkomen. Verg. Ps. 45:5.
 
23)dengene, die het
Sommigen verstaan door deze woorden den antichrist, heersende over vele landen, ja den duivel zelf; anderen duiden het op de boze regeerders in het algemeen.
 
24)Hij zal op den
Dat is, Hij zal uit de drinkbeker van Gods toorn drinken en alzo in zijne heerlijkheid ingaan. Alzo dat hier de staat zijner vernedering en verhoging samengevoegd worden. Of hij wil zeggen: Christus zal de victorie over de vijanden zijner kerk zolang vervolgen, totdat Hij hen verslagen of teniet gebracht zal hebben. En dit zal Hij met zulken ernst en ijver doen, dat Hij den tijd niet nemen zal om lang te rusten en zich met spijs en drank verkwikken; maar Hij zal zijn dorst lessen met water uit de beken, die Hij bij den weg, in het vervolgen zijner vijanden, vinden zal. Dit is bij gelijkenis gesproken, zijnde dit de zin dezer woorden in het kort: Christus zal zich zijne vijanden volkomenlijk onderwerpen en zijn volk uit hunne handen verlossen. Verg. hiermede de historie van Gideon, Richt. 7:4,5,6,7, enz.
 
25)Hij het hoofd
Dat is, [Hij], te weten Christus, zal na zijnen dood verrijzen en tot de hoogste heerlijkheid verhoogd worden. Zie Filipp. 2:8,9.