1)heeft
Te weten onder de Joden. Het is zoveel alsof de profeet zeide: Daar zijn er zeer weinig, schier niemand. In de plaatsen Joh. 12:38; Rom. 10:16, wordt het woord o Heere, in het begin bijgevoegd, om te tonen dat het is ene klacht tot God.
 
2)onze prediking
Hebreeuws, ons gehoor; dat is, onze predikatiën, gelijk Rom. 10:16. Het zijn de woorden der leraars van het Nieuwe Testament, te weten van Christus en zijne apostelen, gelijk af te nemen is uit de woorden van Christus, Joh. 12:37,38.
 
3)aan wien
Dat is, hoe weinig Joden zijn er in wier harten de Heilige Geest door de predikatie van het heilige Evangelie krachtiglijk werkt, alzo namelijk dat hij hen begaaft met het ware geloof aan Jezus Christus.
 
4)Want Hij is
Alsof hij zeide: Uit de nederigheid en uit den verachtzamen staat, in welken Christus verschenen is, nemen zij gelegenheid om Christus te verachten; want de Joden hadden zichzelven ingebeeld enen Messias, die in koninklijke pracht verschijnen zou; maar deze Christus komt slecht en gering, als een spruitje of rijsken. Zie Jes. 4:2, en Jes. 11:1.
 
5)voor Zijn aangezicht
Te weten voor het aangezicht van God zijn Vader. Sommigen verstaan het, voor het aangezicht van het ongelovige Joodse volk, hetwelk niet dacht dat dit rijsken metterdaad tot een hogen boom opwassen zou.
 
6)opgeschoten,
Te weten naar zijn menselijke natuur.
 
7)als een wortel
Dit kan men duiden op den nederen verachten staat van het huis Davids, als Christus daaruit voortkwam, of op de kleine beginselen van zijn koninkrijk, ten aanzien van welke men niet zou geloofd hebben dat hij tot een groten vruchtbaren boom zou opwassen, maar veel meer dat hij tenonder blijven zou; gelijk het zaad, hetwelk in een dor, droog land geworpen wordt, verdroogt bij gebrek aan vochtigheid, of gelijk de wortel van een boom, die in dorre aarde geplant is, niet kan opschieten, de boom afgehouwen zijnde.
 
8)uit een dorre aarde;
Hebreeuws, uit een land der droogte.
 
9)Hij had geen gedaante
Vanwege zijn nederigen staat en de wonden en striemen, het bloed en zweetdruppels, alsook andere menigvuldige ellenden, die zijn gelaat hebben mismaakt.
 
10)wij Hem aanzagen,
Te weten wij Joden.
 
11)gestalte,
Of, aanzien.
 
12)dat wij Hem zouden begeerd hebben.
Te weten naar de ogen des vleses en des menselijken vernufts.
 
13)Hij was veracht,
Of, hij was verachtzaam en verworpen van de mannen; te weten van zulke mannen, die in hoogheid en waardigheid verheven waren.
 
14)de onwaardigste
Zo onwaardig, dat Hij van de mensen doorgaans verworpen werd.
 
15)een Man van smarten,
Dat is, een man vol smarten.
 
16)verzocht in krankheid;
Hebreeuws, een bekende der krankheid; dat is, die wel verzocht had wat krankheid is, Hebr. 4:15. Of die vermaard was door zijne ellende en zwarigheid, zijnde gans mat en zwak geworden vanwege de pijnigingen Hem aangedaan. Het Hebreeuwse woord, dat hier krankheid is overgezet, betekent ook in het algemeen smart of ellende, gelijk Pred. 6:2; Jer. 10:19; en alzo kan het doorgaans in Jes. 53: genomen worden.
 
17)als verbergende
Anders: en als het aangezicht voor ons verbergende.
 
18)Hij was veracht,
De zin is, vanwege zijn ellendigen en verachtzamen staat, heeft men Hem niet alleen zijn behoorlijke eer niet gegeven, maar men heeft Hem geheel veracht.
 
19)wij hebben Hem niet geacht.
Wij Joden, wij hebben Hem bespot, of niet gerekend. Zie Matth. 27:39, enz.
 
20)Waarlijk,
Of, nochtans, alsof hij zeide: Maar, om de waarheid te zeggen, wij hebben Hem ongelijk gedaan, en wij steken in groot misverstand; want aldus is de Messias onzenthalve gesteld: Hij heeft al onze geestelijke ziekten, dat is zonden, op zich genomen, om voor dezelve te betalen, waarvan de lichamelijke gezondmaking ene afbeelding was; Matth. 8:17.
 
21)op Zich genomen,
Als borg betalende de schuld, die wij gemaakt hadden.
 
22)gedragen;
Of, op zich geladen en als een zwaren last gedragen.
 
23)wij achtten Hem,
Te weten wij Joden, stekende in groot misverstand en oordelende naar ons verkeerd oordeel, zo menen wij dat Hij dit alles leed omdat Hij het met zijn eigen zonden en overtredingen verdiend had; maar het is daarmede veel anders gelegen, gelijk Jes. 53:5 gezegd wordt. Hebreeuws, wij achtten Hem een geplaagde, geslagene Gods en verdrukte.
 
24)geslagen en verdrukt was.
Of, geraakt was; zie Job 19:21.
 
25)de straf,
Hebreeuws, de straf van onzen vrede; dat is, hij werd gestraft opdat wij door Hem volkomen vrede krijgen zouden bij God, die met ons ontevreden was vanwege onze zonden. Versta hierbij: en de kastijding is op Hem blijven liggen totdat Hij volkomenlijk voor ons betaald had.
 
26)is ons genezing geworden.
Zodat wij van zonde en straf bevrijd zijn.
 
27)Wij dwaalden
Dat is, wij zijn allen afgedwaald van den weg, dien ons God in zijne wet heeft voorgeschreven om daarin te wandelen.
 
28)naar zijn weg;
Niet naar den weg, dien de HEERE ons had voorgeschreven; maar wandelende op den weg, dien zich een ieder verkoren had; zie 1 Petr. 2:25.
 
29)op Hem doen aanlopen.
Of, Hem doen ontmoeten; of Hij, te weten de Vader, dreef op Hem, te weten Christus, ons aller ongerechtigheid, dewijl Hij zich in onze plaats vrijwillig tot borg gesteld had.
 
30)dezelve
Te weten onze ongerechtigheid, dat is de straf onzer ongerechtigheid, van Christus geëist werd.
 
31)Hij deed Zijn mond
Met zijn stilzwijgen betuigende dat hij gewilliglijk alles voor ons geleden heeft, zijnen mond niet openende om de valse aanklachten zijner vijanden te wederleggen; ook niet sprekende tot nadeel dergenen, die Hem doodden, maar wel tot voordeel van ons; en biddende voor degenen, die Hem kruisigden; Luk. 23:34.
 
32)schaap,
Eigenlijk, een ooilam, of zijlam; een lam bijt en stoot dengene niet, die het kelen zal, maar het volgt zachtjes zijnen slachter, die het ter slachtbank leidt.
 
33)uit den angst
Of uit den kerker, of uit dit geweldig benauwen. Hebreeuws, uit de besluiting; te weten uit de helse benauwdheid, die Christus in den hof Gethsemané, [waar Hij bloed gezweet heeft] doch inzonderheid aan het kruis gevoeld heeft, toen Hij riep: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? Versta dit ook van zijne opwekking uit de doden, en als Hij tot zijn hemelsen Vader ten hemel is opgevaren.
 
34)uit het gericht
Te weten uit het gericht van God, dat is, uit de verdoemenis, die Hij een tijdlang voor ons geleden heeft, zijnde voor ons een vloek geworden; Gal. 3:13. Doch enigen verstaan hier door het gericht den dood des kruises, waartoe Hij van de Joden en Pilatus veroordeeld was, in dezen zin: Ofschoon de Messias tot een schandelijken, ja vervloekten dood verwezen wordt, zo zal Hij nochtans, wil de profeet zeggen, eindelijk ten hemel opgenomen worden, nadat Hij voor onze zonden zal genoeg gedaan hebben.
 
35)Zijn leeftijd
Of, de gedurigheid van zijn leven, of zijne eeuw. Versta hier, behalve de eeuwigheid van zijn goddelijk wezen, ook de eeuwigdurendheid van zijn rijk, dewijl God, Hem opgewekt en aan zijne rechterhand gesteld hebbende in de hemelse plaatsen, zo leeft en regeert Hij in eeuwigheid, en de dood heeft geen geweld meer over Hem; Luk. 1:33; Rom. 6:9. Of, zijne generatie, dat is zijne kinderen, die geestelijk uit Hem zullen geboren worden.
 
36)afgesneden
Dat is, Hij is door een geweldigen dood weggerukt, gelijk men een boom met geweld afhouwt.
 
37)uit het land der levenden;
Dat is, dergenen, die in de wereld leven. Zie de aantekening Job 28:13; Ps. 27:13; Jes. 38:11. De zin is: Hij is gedood en in het graf gelegd.
 
38)om de overtreding
Dat is, vanwege de zonden, zo der Joden als der heidenen, is Hij aldus geslagen en gemarteld, welke anderszins met recht de straf had moeten treffen.
 
39)Mijns volks
Dit zijn woorden van den profeet.
 
40)is de plage
Hebreeuws, [was] Hem de plaag; te weten die straf, dat Hij aan het kruis is genageld geworden; alzo wordt het Hebreeuwse bijvoegsel mo ook in het enkelvoudig getal genomen. Gen. 9:26,27; Job 20:23, en Job 22:2; Ps. 11:7; Jes. 44:15.
 
41)men heeft
Of, hetwelk wel zijn graf, enz., hetwelk, te weten volk van Jeruzalem.
 
42)graf
Of, begrafenis.
 
43)bij de goddelozen
Of, met.
 
44)gesteld,
Of verordineerd; dat is, men heeft zijn graf met goddelozen besteld, die het bewaken en bewaren zouden. Zie Matth:27:63,64,65,66. Anderen nemen het in dezen zin: De boze Joden meenden wel dat men het lichaam van Christus bij, of met moordenaarslichamen zou wegdoen, om zulke en andere oorzaken als zodanige dood van Pilatus vorderende; maar de voorzienigheid Gods had dit anders geordineerd, want Christus is begraven geworden in het graf van Jozes van Arimathea, een eerlijk en rijk raadsheer; Matth. 27:60.
 
45)in Zijn dood geweest,
Hebreeuws, in zijne doden; in het getal van velen, dat is, na zijn geweldzamen dood. Vergelijk Ezech. 28:10, met de aantekening. Of, doden, omdat Christus niet een, maar als vele doden voor ons geleden heeft.
 
46)geen onrecht gedaan heeft,
Of, geen geweld, maar integendeel, oprecht, rechtvaardig en eenvoudig gehandeld en gewandeld heeft, zo in woorden als in werken.
 
47)Hem
Te weten Jezus Christus onzen Verlosser.
 
48)te verbrijzelen;
Te weten vanwege onze zonden, die op Hem lagen en in Hem moesten gestraft worden.
 
49)krank
Dat is, Hij heeft Hem velerlei grote smarten aangedaan en als velerlei krankheden opgelegd. Zie boven Jes. 53:3.
 
50)als Zijn ziel
De zin is: Als Christus zijne ziel [dat is, zijn persoon] tot een schuldoffer ter dood overgegeven zal hebben [2 Cor. 5:21], zo zal Hij zijn zaad zien vermenigvuldigen, dat is, Hij zal zien dat de gelovigen door de predikatie van het heilige Evangelie grotelijks zullen aanwassen, namelijk alsdan inzonderheid, nadat Hij ten hemel opgevaren zijnde, den Heiligen Geest op zijne apostelen en andere leraars van het heilige Evangelie zal gezonden hebben. Anders: wanneer Gij zijne ziel tot een schuldoffer zult gesteld hebben, zo zal Hij zaad zien; dat is een groot getal gelovige kinderen, geboren uit het onvergankelijke zaad van het Woord van God; Ps. 110:3, en 1 Petr. 1:23.
 
51)Hij zal de dagen verlengen;
Alsof hij zeide: De vrucht, die de Heere Christus uit het voorverhaalde scheppen zal, zal niet kort noch haast voorbijgaande zijn, maar zij zal eeuwiglijk duren; zie Ps. 23:6.
 
52)het welbehagen
Te weten het werk onzer verlossing en het vergaderen der uitverkorenen uit alle volken door de predikatie van het heilige Evangelie, hetwelk alsdan voornamelijk is aangegaan, nadat Christus ten hemel was opgevaren; Matth. 28:19.
 
53)door Zijn hand
Dat is, door zijn dienst, of door zijne macht. Zie Ef. 4:11,12, enz.
 
54)Hij het zien,
Of, hij [het] te weten zaad, zien. De zin is: Christus zal zaad, dat is, kinderen, te weten geestelijke kinderen zien, dat is verkrijgen, en met lust en vreugde aanschouwen om zijn arbeid en moeite; versta daardoor die pijnen en smarten, die Hij aan de ziel en aan het lichaam gevoeld heeft toen de zware toorn Gods vanwege de zonden van het menselijke geslacht op Hem lag. Anders: van den arbeid zijner ziel zal Hij [vrucht, of zijn lust] zien; zie Ps. 22:18.
 
55)verzadigd worden;
Dat is, hij zal zijn arbeid ten hoogste en tot zijn genoegen volkomenlijk genieten; want het is billijk dat een getrouw arbeider geniet de vruchten van zijn arbeid. Dit zal alsdan geschieden in zijn eigen persoon, als Christus in de heerlijkheid van zijn Vader zal opgenomen en aan de rechterhand van zijn Vader zal verhoogd worden. Het zal ook zijnen ledematen wedervaren als hij hun zijne heerlijkheid zal deelachtig maken.
 
56)Zijn kennis
Versta, die kennis, door welke Hij zou bekend en aangenomen worden als Heiland en Middelaar tussen God en de mensen.
 
57)Mijn Knecht,
Dit spreekt God de Vader. Vergelijk dit met Jes. 42:1, en Jes. 52:13.
 
58)de Rechtvaardige,
Te weten Hij rechtvaardig lijdende voor de onrechtvaardigen; 1 Petr. 3:18.
 
59)velen
Te weten die altegaar, die in Hem geloven. Zie Rom. 5:19.
 
60)rechtvaardig maken,
Hun teweegbrengende de vergeving der zonden en de gerechtigheid, die voor God bestaat.
 
61)dragen.
Te weten op het hout des kruises, 1 Petr. 2:24; als zijnde het Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld draagt; Joh. 1:29.
 
62)Daarom
Alsof God de Vader zeide: Dewijl Hij voor de mensen zoveel gedaan en geleden heeft, [gelijk boven verhaald is]; zo zal Ik Hem van vele [dat is veel] mededelen; dat is, Ik zal hem veel geestelijke kinderen en gaven geven. Anders: daarom zal Ik Hem een deel geven onder de groten, alzo dat Hij met de groten en machtigen zal mogen vergeleken worden. Anders: daarom zal Ik Hem de geweldigen ten deel geven; namelijk de boze geesten; zie Col. 2:15.
 
63)Hij zal de machtigen
Te weten den dood, de zonde, den duivel en de hel, die tevoren de overhand over de mensen hadden, zal Hij als een roof delen, dat is overwinnen en zijne uitverkorenen uit hunne hand verlossen. Anderen nemen het van de heerschappij van Christus over de machtigen dezer wereld, die zich zullen bekeren en Hem dienen; vergelijk boven, Jes. 52:15.
 
64)omdat Hij Zijn ziel
Dat is, omdat Hijz ich vrijwillig heeft laten vangen, martelen en doden.
 
65)met de overtreders
Alzo, dat Hij niet alleen tussen twee moordenaars is gekruisigd geworden, maar Barrabas, die vanwege een moord en oproer gevangen zat, is waardiger gehouden dan Jezus Christus, de Zoon van God.
 
66)en Hij veler zonden
Zie boven Jes. 53:11.
 
67)voor de overtreders
Zeggende: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen; Luk. 23:34.